Dekkingsgraadbescherming
Nu is het moment om te besluiten over dekkingsgraadbescherming
Een besluit nemen over al dan niet beschermen van de dekkingsgraad tot het moment van invaren is een tijdrovend en ingewikkeld proces. Het is dan ook raadzaam om dit besluit niet vooruit te schuiven, ook al is de agenda met te nemen bestuursbesluiten door de pensioentransitie langer dan ooit.
Het is een van de conclusies van de Lunch & Learn sessie van Cardano op vrijdag 1 september voor bestuursleden en andere pensioenprofessionals over dekkingsgraadbescherming. Zeker nu de dekkingsgraden over het algemeen relatief hoog zijn, is er weer meer aandacht voor bescherming ervan. Deelnemers aan de sessie ervaren over het algemeen dat de urgentie ervan toeneemt met de stijgende rentes, maar hikken aan tegen de investeringen die ermee gemoeid zijn. En het is ingewikkeld om de juiste afwegingen te maken, ook als het bijvoorbeeld gaat om evenwichtigheid.
Bestuurlijke afweging waar de bodem ligt
Pensioenfondsen zijn verplicht om voorrangsregels op te stellen als de dekkingsgraad verandert tijdens de transitie. “Dat kun je per invaardekkingsgraad invullen. Je kunt bijvoorbeeld opnemen dat als de dekkingsgraad onder de 102% zakt, je opnieuw naar de onderhandelingstafel moet. Dat zal op dat moment behoorlijk complex zijn en met tijddruk gepaard gaan. Waarschijnlijk zal het zelfs leiden tot uitstel van het invaarmoment. Een bestuurlijke afweging kan ook zijn om het neerwaarts risico onder een zekere pijngrens helemaal af te dekken. Een minimaal invaarniveau is bijvoorbeeld die 102%, maar het gewenste invaarniveau is bijvoorbeeld 110%. Als het gaat om bescherming van de dekkingsgraad tot het moment van invaren is het een bestuurlijke afweging waar de bodem ligt en welk opwaarts potentieel je wilt behouden.”
Argumenten om wel of niet te beschermen
Er zijn tal van argumenten denkbaar om de dekkingsgraad wel of niet te beschermen. “Een reden om het niet te doen is bijvoorbeeld dat het complex is, zeker als het gaat om een niet-lineaire strategie. Of dat het een behoorlijke investering vergt die verloren gaat als markten stabiel blijven tijdens de transitieperiode. Daarnaast gaan er stemmen op dat een dekkingsgraad-daling hoort bij de lange termijn horizon van een pensioenfonds, maar dat mogelijk gaat niet helemaal op als je een discontinuïteit creëert waarbij je een grote afrekening tussen stakeholders moet vormgeven. Dan heeft een pensioenfonds ineens ook een korte horizon. Een andere reden om niet te beschermen kan zijn dat je de voorkeur geeft aan meer toeslagverlening ten opzichte van de investering voor bescherming. Deze moeilijke afweging speelde vooral bij de inflatiepiek in 2022. De voornaamste reden om wél te beschermen is dat je een enorm vervelende en complexe situatie met stakeholders voorkomt bij een daling van de dekkingsgraad. Verder is de prijs van de beschermingsconstructie nu voor veel pensioenfondsen betaalbaar door de gestegen dekkingsgraden. Met dekkingsgraadbescherming kan het fonds de recent behaalde dekkingsgraadwinsten inlocken. Verder horen niet-lineaire instrumenten in de toolkit van een professionele belegger. Dit gereedschap is bijzonder effectief met oog op het invaarmoment van pensioenfondsen.”
Een uitruil van uitkomsten
Beschermen van de dekkingsgraad is een uitruil van uitkomsten en is dan ook niet gratis. “Als de rente en aandelen sterk dalen, is dat doorgaans slecht voor het fonds. Een stabiele markt heeft weinig invloed en als rente en aandelen stijgen is dat goed voor het fonds. Als je meer lineair gaat afdekken krijg je een uitruil tussen een hogere dekkingsgraad bij dalende markten en een lagere dekkingsgraad bij stijgende markten (ten opzichte van het huidige beleid). De niet-lineaire afdekkingsstrategie zit tussen niet afdekken en de lineaire strategie in. Je probeert de onderkant vast te zetten op bijvoorbeeld 102% of 110% dekkingsgraad. Je stabiliseert dan als de markten dalen, terwijl je wel opwaarts potentieel behoudt. Dat is meteen een evenwichtige afweging tussen jong en oud. Want je behoudt overwegend het opwaarts potentieel voor jongeren en je hebt de downside-protectie voor met name de ouderen en gepensioneerden en wellicht zelfs voor de werkgever(s) bij behoud van een compensatiedepot.”
Jaarlijkse kosten in beeld
De jaarlijkse kosten voor dekkingsgraadbescherming belopen voor een gemiddeld pensioenfonds met een gemiddeld strategisch beleid circa 0,8 dekkingsgraadpunt om 95% te beschermen en 1,2 dekkingsgraadpunt om 105% af te dekken. Dit is gerekend vanaf een gemiddelde actuele dekkingsgraad van ongeveer 120%. De Beschermingsmonitor van Cardano brengt deze kosten maandelijks in beeld op de website. “Eén en ander is mede afhankelijk van de looptijd en de strategie. Wat vooral invloed op de kosten heeft zijn de kosten van de opties in de markt en de startdekkingsgraad van het pensioenfonds. Hoe hoger die is, hoe goedkoper het wordt om een bepaald niveau te beschermen. De bescherming geldt zowel voor aandelen- als rentebescherming. En hoe langer de horizon is, hoe duurder de afdekking is.”
Beslisboom en stappenplan
Om besturen te helpen bij hun afwegingen heeft Cardano verder een beslisboom ontwikkeld voor het al dan niet verlagen van het risicoprofiel en een stappenplan voor het proces om te komen tot dekkingsgraadbescherming op basis van een praktijkcase. Dat 9-stappenplan loopt van educatie en analyses via rollenspellen, doorrekeningen en operationele inrichting tot manager-selectie alvorens het finale besluit kan worden genomen. Bij deelnemers aan de sessie leidde dit tot het inzicht dat een besluit over beschermen van de dekkingsgraad hoger op de bestuursagenda moet vanwege de doorlooptijd van het stappenplan. “Want als je er te lang over blijft discussiëren hoeft het op een bepaald moment niet meer. Aan de andere kant is het een luxeprobleem, twee jaar geleden waren de dekkingsgraden een stuk lager. Bij lage dekkingsgraden was er weinig te kiezen, nu is er echt een keuze te maken voor bestuurders.”
Of zoals dagvoorzitter Noortje de Beijer, hoofd Client Servicing & Advice bij Cardano in NL, het samenvatte: “De afhankelijkheid van het moment blijft altijd. Het voelt op het ene moment juist goedkoop of duur, en dan kan er plots iets gebeuren in de markten. Dit is in ieder geval hét moment om te bespreken of je het wel of niet gaat doen. Onderschat niet wat daarbij komt kijken.”